Geneesmiddelen
Bij de bespreking van de begrippen gezondheid en ziekte heb ik betoogd dat de enige manier van genezing of heling uit het levende organisme zelf kan komen. De activiteiten van de geneeskundige zijn overwegend gericht op het wegnemen van de belemmeringen. Ik wil nu twee vragen bespreken:
1. Hoe verhoudt deze stelling zich tot het concept geneesmiddel of medicijn?
2. Wat te doen als het organisme niet in staat blijkt tot heling?
ad 1. In alle tijden en ook in alle culturen bestaat het beeld dat ziekte een gevolg is van een kwaadaardige invloed die van buiten komt en die zich manifesteert in allerlei symptomen en klachten. Ziekte is iets dat je overkomt, waar je het slachtoffer van wordt. Het is begrijpelijk dat dit leidt tot het idee dat deze invloed geneutraliseerd dient te worden. Dat doen we door het innemen, dan wel toedienen van medicijnen. Wat zijn de kenmerken van het overgrote deel van de gebruikte medicijnen?
Het zijn geen voedingsmiddelen, maar giftige stoffen die vaak in kleine hoeveelheden dodelijk zijn, en in elk geval in (zeer) kleine heveelheden een aantal biologische processen in het lichaam beinvloeden (remmen, bevorderen)
Deze werking is niet eenduidig en niet bij iedereen hetzelfde. Er is een effect dat het meest gewenst is en daarom "de werking" wordt genoemd. Daarnaast zijn er heel vaak allerlei andere werkingen of effecten, die minder gewenst zijn en daarom "bijwerkingen" worden genoemd. ook deze bijwerkingen komen niet bij iedereen even veel of even sterk voor. Vooral de laatste jaren groeit de kennis over het verband met genetische en biochemische profielen zodat bijwerkingen beter voorspelbaar zijn.
Vanuit systeemoptiek beschouwd is de chemische prikkel een verstoring van het evenwicht. Deze verstoring dient zo snel mogelijk geneutraliseerd te worden. Het principe van de eerder genoemde training leidt tot gewenning en tolerantie, waardoor steeds grotere doses nodig zijn om hetzelfde effect te bewerkstelligen.
Omdat het systeem zich op een nieuw evenwicht instelt wanneer de toediening chronisch wordt, raakt het organisme afhankelijk. Wanneer bij stoppen van de medicatie de symptomen terug komen is het goed mogelijk dat er meer sprake is van onthoudingsverschijnselen dan van symptomen van de oorspronkelijke aandoening.
De aantrekkelijkheid van geneesmiddelen naast het psychologische effect van de genezing is gelegen in het feit dat onaangename symptomen onderdrukt worden, waardoor het gevoel van welbevinden stijgt. Tegelijkertijd betekent dit dat de signaalfunctie van het oorspronkelijke symptoom verdwijnt waardoor de feitelijke schadelijke invloeden uit de omgeving niet meer opgemerkt worden. We zien dit met name bij de toepassing van pijnstillers, tranquillizers en slaapmiddelen.
Uit het bovenstaande kan opgemaakt worden dat naar mijn mening "geneesmiddelen" heel vaak niet tot genezing voeren; alleen dan wanneer aangenomen kan worden dat het zelfhelend vermogen van de patient wordt gestimuleerd, d.w.z. dat de autonomie en zelfregulatie wordt bevorderd. Ter illustratie een link naar een korte voordracht van Peter Breggin, psychiater
Wat kunnen dan redenen zijn om toch "geneesmiddelen" te gebruiken?
Er zijn situaties dat de reactie van het organisme zo heftig is dat daardoor al een levensbedreigende situatie ontstaat. Een voorbeeld hiervan is de anaphylactische shock die optreedt bij allergieen. Verder kan gedacht worden aan bijv. een ernstige asthma aanval, of een status epilepticus. Dit zijn in het algemeen kortdurende processen, waarbij ook toediening van geneesmiddelen kortdurend is.
Pijnstilling is een belangrijk toepassingsgebied van geneesmiddelen. De pijnstilling op zichzelf is niet helend, maar het lijden van de patient wordt verminderd. Soms is de pijnstilling slechts voor korte tijd noodzakelijk, zoals bij operatieve ingrepen, soms voor onbepaalde tijd, zoals bij sommige degeneratieve processen en sommige vormen van kanker.
ad 2. Helaas is het zo dat het zelfhelend vermogen soms tekortschiet. Zowel chronische uitwendige factoren als ook interne bouwfoutjes spelen daarbij een rol. Denk daarbij aan tumorgroei, neurologische ziekten, stofwisselingsstoornissen, en autoimmuunziekten. Er zit dan vaak niets anders op dan zo goed mogelijk de symptomen van ziekte te verwijderen of te onderdrukken. Soms kan door rigoreuze verwijdering van kankercellen een situatie worden bereikt dat het organisme weer helemaal op eigen kracht zichzelf in stand kan houden. In het algemeen echter wordt het als een noodzaak gezien om voor onbepaalde tijd de onderdrukkende middelen te blijven gebruiken. Het probleem dat daarbij ontstaat is dat steeds moeilijker de symptomen van de ziekte zijn te onderscheiden van de symptomen van het geneesmiddel (zie ook de opmerkingen onder 1. Vanuit geneeskundig perspectief is er meer sprake van palliatie dan van curatie.